Het strafrecht is een tak van het recht die zich bezighoudt met het vaststellen van regels die bepalen welke gedragingen strafbaar zijn en welke straffen daarop staan. Het is een complex gebied van het recht met veel juridische termen en begrippen. Deze kennisbank biedt een overzicht van veelvoorkomende vragen binnen het strafrecht, evenals uitleg van strafrechtelijke termen en concepten. Houd er rekening mee dat het strafrecht voortdurend verandert en dat deze kennisbank periodiek wordt bijgewerkt om de laatste informatie te bieden.



Kan een dier strafbaar gesteld worden binnen het strafrecht?

Nee, dieren kunnen niet strafbaar worden gesteld volgens het strafrecht. Het strafrecht is alleen van toepassing op mensen. Dieren worden wel beschermd door de wet, bijvoorbeeld door dierenwelzijnswetten. Als iemand dierenmishandeling pleegt, kan hij of zij daarvoor worden gestraft. Dit is echter geen strafrechtelijke vervolging, maar een overtreding van de dierenwelzijnswetgeving.



Wat zijn de bronnen van het Nederlands strafrecht?

Er zijn verschillende bronnen van het strafrecht. De belangrijkste bronnen zijn:


- Wetgeving: het strafrecht is vastgelegd in wetten, zoals het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet. De wetgever bepaalt welke gedragingen strafbaar zijn en welke straffen daarop staan.


- Rechtspraak: de rechter past de wet toe op concrete situaties en bepaalt of een verdachte schuldig is en welke straf daarbij hoort. Uitspraken van de rechter zijn belangrijk voor de interpretatie van de wet en voor de ontwikkeling van het strafrecht.


- Jurisprudentie: dit zijn alle uitspraken van rechters in het verleden. Deze uitspraken kunnen als voorbeeld dienen voor nieuwe zaken en kunnen de interpretatie van de wet beïnvloeden.


- Verdragen: Nederland heeft verschillende internationale verdragen ondertekend die betrekking hebben op het strafrecht, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Deze verdragen hebben invloed op de Nederlandse wetgeving en rechtspraak.


- Doctrine: dit zijn wetenschappelijke publicaties over het strafrecht, geschreven door juristen en andere experts. Deze publicaties kunnen invloed hebben op de interpretatie van de wet en op de ontwikkeling van het strafrecht.


Wat is causaliteit?

Causaliteit binnen het strafrecht betekent dat er een oorzakelijk verband moet zijn tussen de gedraging van de verdachte en het gevolg dat daaruit voortvloeit. Dit betekent dat er sprake moet zijn van een causaal verband tussen de gedraging van de verdachte en het gevolg dat daaruit voortvloeit. Als er geen causaal verband kan worden aangetoond, kan de verdachte niet verantwoordelijk worden gehouden voor het gevolg van zijn of haar gedraging. Een uitspraak waarbij causaliteit centraal stond is de zaak van de moordenaar van Pim Fortuyn, waarbij de rechter moest vaststellen of de kogels die werden afgevuurd door de verdachte de directe oorzaak waren van de dood van het slachtoffer.



Wat is het kenmerkelijke verschil tussen opzet en culpa?

Het kenmerkende verschil tussen opzet en culpa is de mate van schuld die aanwezig is. Opzet verwijst naar de situatie waarin iemand bewust en willens en wetens een bepaalde handeling verricht, wetende dat deze handeling tot een bepaald gevolg zal leiden. Bij opzet is er dus sprake van een hoge mate van schuld, omdat de persoon zich bewust is van de gevolgen van zijn of haar handelen. Culpa daarentegen verwijst naar de situatie waarin iemand onachtzaam of nalatig is geweest, waardoor er schade is ontstaan. Bij culpa is er dus sprake van een lagere mate van schuld, omdat de persoon niet bewust heeft gehandeld, maar eerder onvoorzichtig of nalatig is geweest. In het strafrecht wordt opzet vaak als een ernstiger vorm van schuld gezien dan culpa.


Wanneer ben je volgens het strafrecht aanmerkelijk onvoorzichtig bezig?

Je bent volgens het strafrecht aanmerkelijk onvoorzichtig bezig als je een gedraging verricht waarbij je een aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg hebt gecreëerd en je je daarvan bewust had moeten zijn, maar je desondanks niet hebt gehandeld zoals van een normaal zorgvuldig persoon mag worden verwacht. Een voorbeeld hiervan is dat je te hard rijdt op een weg waarbij je de maximumsnelheid met meer dan 30 km/uur overschrijdt en daardoor een verkeersongeval veroorzaakt waarbij iemand gewond raakt. In dat geval heb je aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld, omdat je je bewust was van het risico dat je een ongeval zou veroorzaken, maar je toch te hard bent blijven rijden.


Een bekende uitspraak van de Hoge Raad waarin het criterium 'aanmerkelijke onvoorzichtigheid' centraal staat, is het zogenaamde 'Porsche-arrest' uit 2001. In deze zaak was een bestuurder van een Porsche met hoge snelheid tegen een boom gereden, waardoor zijn passagier om het leven was gekomen. De bestuurder werd vervolgd voor dood door schuld, omdat hij aanmerkelijk onvoorzichtig zou hebben gereden. De Hoge Raad oordeelde dat de bestuurder de grenzen van de zorgvuldigheid had overschreden en dat hij zich daarvan bewust had moeten zijn, omdat hij bekend was met de risico's van het rijden met hoge snelheid op een smalle, bochtige weg.



Wanneer is er sprake van roekeloosheid volgens het strafrecht?

Er is sprake van roekeloosheid volgens het strafrecht als je je bewust bent van het risico dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben, maar je je daar niets van aantrekt en toch doorgaat met je gedrag. Dit betekent dat je een ernstig gebrek aan zorgvuldigheid vertoont en willens en wetens een groot risico neemt. Een voorbeeld hiervan is dat je met een veel te hoge snelheid rijdt op een weg waarbij je de maximumsnelheid met meer dan 50 km/uur overschrijdt en daardoor een verkeersongeval veroorzaakt waarbij iemand overlijdt.


Een bekende uitspraak van de Hoge Raad waarin het criterium 'roekeloosheid' centraal staat, is het zogenaamde 'Asbestarrest' uit 2001. In deze zaak was een werkgever vervolgd voor dood door schuld, omdat hij zijn werknemers had blootgesteld aan asbest zonder de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen te treffen. De Hoge Raad oordeelde dat de werkgever zich bewust was van het risico op asbestziekten en dat hij willens en wetens de gezondheid van zijn werknemers in gevaar had gebracht. Dit was volgens de Hoge Raad voldoende om te spreken van roekeloosheid.



Wat is een culpoos delict 

Een culpoos gevolgd delict is een strafbaar feit waarbij de dader niet met opzet heeft gehandeld, maar wel schuld heeft aan het ontstaan van een gevolg dat strafbaar is gesteld in de wet. Een voorbeeld van een culpoos gevolgd delict is artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht, waarin staat dat het strafbaar is om brand te stichten als gevolg waarvan een ander zwaar lichamelijk letsel oploopt. Bij dit delict is er geen opzet in het spel, maar wel sprake van schuld omdat de dader bijvoorbeeld onvoorzichtig is geweest bij het aansteken van een vuur. Omdat het gevolg, zwaar lichamelijk letsel, wel strafbaar is gesteld in de wet, is er sprake van een culpoos gevolgd delict. Andere voorbeelden van culpoze gevolgde delicten zijn het veroorzaken van een verkeersongeval met dodelijke afloop of het veroorzaken van een ontploffing met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.


Wat is het verschil tussen bewuste schuld en onbewuste schuld?

Het verschil tussen bewuste schuld en onbewuste schuld is dat bij bewuste schuld de dader zich bewust is van het risico dat zijn gedraging tot een strafbaar gevolg kan leiden, maar toch besluit om die gedraging te verrichten. Bij onbewuste schuld is de dader zich niet bewust van het risico dat zijn gedraging tot een strafbaar gevolg kan leiden, maar had hij dat wel moeten zijn omdat hij bijvoorbeeld onvoorzichtig of nalatig is geweest. Een voorbeeld van bewuste schuld is dat iemand heel hard rijdt en daardoor een verkeersongeval veroorzaakt waarbij iemand overlijdt. De dader wist dat hij te hard reed en nam bewust het risico dat hij een ongeval zou veroorzaken. Een voorbeeld van onbewuste schuld is dat iemand een vuurtje stookt in een bos en daardoor een grote brand veroorzaakt. De dader wist niet dat het vuurtje tot een grote brand kon leiden, maar had wel moeten weten dat het gevaarlijk was om vuur te maken in een droog bos.


Wat is overmacht als noodtoestand?

Overmacht als noodtoestand is een juridisch concept in het strafrecht waarbij een persoon zich niet schuldig kan maken aan een strafbaar feit als hij of zij door een onvoorziene gebeurtenis buiten zijn of haar controle gedwongen werd om het strafbare feit te plegen ter bescherming van zichzelf of anderen. Artikel 40 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat er geen strafbaarheid is als het begane feit niet aan de dader kan worden toegerekend.


Een voorbeeld van overmacht als noodtoestand is als iemand een strafbaar feit pleegt om zichzelf of anderen te beschermen tegen een directe en ernstige dreiging, zoals in een noodsituatie. In zo'n geval kan de rechter oordelen dat er sprake is van overmacht, waardoor de persoon niet strafbaar is.


het arrest van de Hoge Raad uit 2005, waarin werd geoordeeld dat een man die zijn vrouw had gedood, niet strafbaar was vanwege noodweer. De man had zijn vrouw gedood omdat hij dacht dat ze hem zou vermoorden en hij zichzelf wilde beschermen. De rechter oordeelde dat er sprake was van overmacht, waardoor de man niet strafbaar was.


Een tweede voorbeeld van jurisprudentie is het arrest van de Hoge Raad uit 1998, waarin werd geoordeeld dat een man die een politieagent had gedood, niet strafbaar was vanwege noodweer. De man had de politieagent gedood omdat hij dacht dat de agent hem zou doden en hij zichzelf wilde


Wanneer is er sprake van noodweer?

Er is sprake van noodweer indien er sprake is van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed, waartegen verdediging noodzakelijk was. Een arrest waarin dit naar voren komt is het arrest van de Hoge Raad uit 2009, waarin werd geoordeeld dat een man die zijn buurman had doodgeschoten, niet strafbaar was vanwege noodweer. De man had zijn buurman doodgeschoten omdat deze hem met een honkbalknuppel had aangevallen. De rechter oordeelde dat er sprake was van noodweer, waardoor de man niet strafbaar was.


Wanneer is er sprake van er wettelijk voorschrift 

Er is sprake van een rechtvaardigingsgrond wettelijk voorschrift indien er sprake is van een handeling die in strijd is met een wettelijk voorschrift, maar waarbij de dader handelde uit noodzaak of ter uitvoering van een wettelijke plicht. Een arrest waarin dit naar voren komt is het arrest van de Hoge Raad uit 2016, waarin werd geoordeeld dat een man die een politieauto had gestolen, niet strafbaar was vanwege een rechtvaardigingsgrond wettelijk voorschrift. De man had de politieauto gestolen omdat hij op dat moment een dringende hulpvraag had. De rechter oordeelde dat er sprake was van een rechtvaardigingsgrond wettelijk voorschrift, waardoor de man niet strafbaar was.


Wanneer is er sprake van een bevoegd ambtelijk bevel

Er is sprake van een rechtvaardigingsgrond bevoegd ambtelijk bevel indien er sprake is van een handeling die in strijd is met de wet, maar waarbij de dader handelde in opdracht van een bevoegd ambtenaar. Een arrest waarin dit naar voren komt is het arrest van de Hoge Raad uit 2015, waarin werd geoordeeld dat een politieagent die een verdachte had mishandeld, niet strafbaar was vanwege een rechtvaardigingsgrond bevoegd ambtelijk bevel. De agent had de verdachte mishandeld omdat hij op dat moment handelde in opdracht van zijn leidinggevende. De rechter oordeelde dat er sprake was van een rechtvaardigingsgrond bevoegd ambtelijk bevel, waardoor de agent niet strafbaar was.



Wanneer is er sprake van ontbreken van materiële wederrechtelijkheid 

Er is sprake van een rechtvaardigingsgrond ontbreken van materiële wederrechtelijkheid indien er sprake is van een handeling die weliswaar wederrechtelijk is, maar waarbij er geen sprake is van materiële schade of nadeel voor anderen. Een arrest waarin dit naar voren komt is het arrest van de Hoge Raad uit 2012, waarin werd geoordeeld dat een man die een klap had uitgedeeld aan een ander, niet strafbaar was vanwege een rechtvaardigingsgrond ontbreken van materiële wederrechtelijkheid. De man had de klap uitgedeeld omdat hij zich bedreigd voelde. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van materiële schade of nadeel voor anderen, waardoor de man niet strafbaar was.


Wanneer is er sprake van Ontoerekeningsvatbaarheid 

Er is sprake van ontoerekeningsvatbaarheid conform art. 39 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht indien er sprake is van een handeling die weliswaar wederrechtelijk is, maar waarbij de dader niet strafbaar is omdat hij of zij wegens een geestelijke stoornis niet in staat was om de wederrechtelijkheid van zijn of haar handelen in te zien. Een arrest waarin dit naar voren komt is het arrest van de Hoge Raad uit 2019, waarin werd geoordeeld dat een vrouw die haar kind had gedood, niet strafbaar was vanwege ontoerekeningsvatbaarheid. De vrouw had postpartum depressie en was daardoor niet in staat om de wederrechtelijkheid van haar handelen in te zien. De rechter oordeelde dat er sprake was van ontoerekeningsvatbaarheid, waardoor de vrouw niet strafbaar was.


Wanneer is er sprake van psychische overmacht 

Er is sprake van psychische overmacht conform art. 40 Sr indien een persoon een strafbaar feit heeft begaan, maar daarbij onder zodanige psychische druk stond dat hij of zij niet anders kon handelen. Twee arresten waarin dit naar voren komt zijn het arrest HR 12 mei 1992, NJ 1992/635 en het arrest HR 20 juni 2000, NJ 2000/597. In het eerste arrest werd geoordeeld dat er sprake was van psychische overmacht bij een vrouw die haar man had gedood, omdat zij jarenlang was mishandeld en bedreigd door haar man. In het tweede arrest werd geoordeeld dat er sprake was van psychische overmacht bij een man die een prostituee had gedood, omdat hij onder invloed was van cocaïne en daardoor in een psychose was geraakt. In beide gevallen oordeelde de rechter dat er sprake was van psychische overmacht, waardoor de daders niet strafbaar waren.


Wanneer is er sprake van noodweer excess

Er is sprake van noodweerexces als iemand zich verdedigt tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding, maar daarbij de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschrijdt. Een voorbeeld van een zaak waarin sprake was van noodweerexces is de zaak van de Hoge Raad uit 2004, waarin een man zijn buurman doodstak nadat deze hem had aangevallen met een honkbalknuppel. In dit arrest (ECLI:NL:HR:2004:AO3171) oordeelde de Hoge Raad dat er sprake was van noodweer, maar dat de man te ver was gegaan in zijn verdediging. Hierdoor was er sprake van noodweerexces. De man werd uiteindelijk wel veroordeeld, maar kreeg een lagere straf dan wanneer er geen sprake was geweest van noodweer.


Wanneer is er sprake van onbevoegd ambtelijk bevel?

Er is sprake van de rechtvaardigingsgrond onbevoegd ambtelijk bevel als een persoon een strafbaar feit begaat omdat hij of zij op dat moment opdracht kreeg van een ambtenaar om dat te doen, terwijl die ambtenaar daarvoor geen bevoegdheid had. De persoon die het bevel opvolgde, kon op dat moment niet weten dat het bevel onbevoegd was. Een voorbeeld van een zaak waarin sprake was van deze rechtvaardigingsgrond is de zaak van de Hoge Raad uit 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1993). In deze zaak had een politieagent een verdachte opgedragen om zijn auto te verplaatsen, terwijl hij daarvoor geen bevoegdheid had. De verdachte volgde het bevel op en parkeerde zijn auto elders. Later werd hij echter toch vervolgd voor het parkeren op die plek. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte een beroep kon doen op de rechtvaardigingsgrond onbevoegd ambtelijk bevel, omdat hij op dat moment niet kon weten dat het bevel onbevoegd was.


Wanneer kun je je beroepen op afwezigheid van alle schuld?

De rechtvaardigingsgrond afwezigheid van alle schuld houdt in dat iemand niet strafbaar is voor een strafbaar feit omdat deze persoon geen enkel verwijt treft. Er is dan sprake van een situatie waarin de dader geen schuld heeft aan het strafbare feit. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als iemand een verkeersovertreding begaat zonder dat hij of zij daar iets aan kan doen, bijvoorbeeld door een technisch mankement aan de auto. Ook kan er sprake zijn van afwezigheid van alle schuld als iemand een strafbaar feit begaat onder dwang of bedreiging. In dat geval kan diegene niet verantwoordelijk worden gehouden voor het strafbare feit. Een voorbeeld van een zaak waarin sprake was van afwezigheid van alle schuld is de zaak van de Hoge Raad uit 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1189). In deze zaak had een man een verkeersovertreding begaan, maar hij kon aantonen dat hij op dat moment een epileptische aanval had gehad. Hij was zich op dat moment niet bewust van wat hij deed en kon daarom geen schuld worden verweten.


Wat wordt er bedoeld met het culpa in causa beginsel?

Het principe 'culpa in causa' houdt in dat iemand die vrijwillig onder invloed is van alcohol of drugs en daardoor een strafbaar feit begaat, niet kan worden vrijgesproken op grond van ontoerekeningsvatbaarheid. Dit betekent dat iemand die willens en wetens onder invloed is en daardoor een strafbaar feit begaat, daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden. Dit staat tegenover de rechtsvaardigingsgrond van ontoerekeningsvatbaarheid, waarbij iemand niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor een strafbaar feit omdat hij of zij niet in staat was om de gevolgen van zijn of haar handelen te overzien of om zijn of haar gedrag te controleren. Het principe 'culpa in causa' is dus een uitzondering op de rechtsvaardigingsgrond van ontoerekeningsvatbaarheid.




Op welke manier kan een psychische stoornis leiden tot psychische overmacht?

Een psychische stoornis kan relevant zijn voor het bewijzen van psychische overmacht als deze stoornis iemand heeft gedwongen om een strafbaar feit te begaan. Als iemand door zijn of haar psychische stoornis geen controle had over zijn of haar gedrag en daardoor een strafbaar feit heeft begaan, kan er sprake zijn van psychische overmacht. Om dit te kunnen bewijzen, moet de verdachte aantonen dat zijn of haar stoornis de oorzaak was van het strafbare gedrag en dat er geen andere mogelijkheid was om het strafbare feit te voorkomen. In sommige gevallen kan een psychische stoornis dus leiden tot een geslaagd beroep op psychische overmacht.



Wat wordt er bedoeld met de garantstelling binnen het strafrecht?

De term 'garantenstellung' verwijst naar de verantwoordelijkheid die een persoon heeft om een bepaald gevolg te voorkomen of te verminderen. In het strafrecht wordt deze term vaak gebruikt om aan te geven dat iemand die een bepaalde positie inneemt, verantwoordelijk kan worden gehouden voor het voorkomen of verminderen van een strafbaar feit. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ouders die verantwoordelijk zijn voor het gedrag van hun minderjarige kinderen of bij artsen die verantwoordelijk zijn voor de gezondheid van hun patiënten. Als iemand een garantenstellung heeft en hij of zij niet heeft voldaan aan zijn of haar verantwoordelijkheid om een bepaald gevolg te voorkomen of te verminderen, kan hij of zij daarvoor strafrechtelijk worden vervolgd.