Het bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen burgers en de overheid. De burger als belanghebbende en de overheid als bestuursorgaan. Binnen deze kennisbank worden de belangrijkste aspecten die het bestuursrecht aangaan besproken. Denk hierbij aan de mogelijkheden tot bezwaar en beroep, maar ook de toetsing van belanghebbenden en algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De omvang en toepassingsbereik van de kennisbank is in beginsel conform het Nederlands Recht. De kennisbank zal periodiek worden worden aangepast en aangevuld. 




De verschillende functies binnen het bestuursrecht.

  • De waarborgfunctie: Het bestuursrecht zorgt ervoor dat rechtsbescherming openstaat voor de burger bij eenzijdige overheidsingrijpen
  • De instrumentele functie: Het bestuursrecht zorgt ervoor dat de wet bevoegdheden toekent aan bestuursorganen. 
  • De normerende functie: Het bestuursrecht zorgt ervoor dat er regels zijn waar bestuursorganen zich aan moeten houden bij de uitvoering van hun bevoegdheden.


Wanneer is er sprake van een bestuursorgaan?

Het bestuursrecht is alleen van toepassing op bestuursorganen, daarom is belangrijk om te toetsen of er sprake is van een bestuursorgaan. Er zijn twee soorten bestuursorganen, namelijk A-organen en B-organen. Er is sprake van een A-orgaan wanneer er sprake is van een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon. Bij een B-organen is er sprake van een ander persoon of college die bekleed is met enig openbaar gezag. Bij B-organen zijn voornamlijk particuliere overheidsinstellingen. 


Wanneer is er sprake van een buitenwettelijke B-organen?

Buitenwettelijke B-organens zijn colleges die preserend bestuur verrichten. Denk hierbij aan het uitkeren van subsidies en het maken van begunstigende beslissingen voor burgers. De besluiten worden in beginsel genomen zonder toegekende wettelijke bevoegdheid. Het is daarom van belang dat ze voldoen aan twee vereisten. De inhoudelijke vereisten en de financiële vereisten. 


Wanneer is er sprake van attributie binnen het bestuursrecht? 

Attributie is de meest originele manier van bevoegdheidsverkrijging. Bij attributie wordt een nog niet bestaande bevoegdheid toebedeeld aan een bestuursorgaan. Wanneer er sprake is van attributie van een regelgevende bevoegdheid, moet dat gaan via een formele wet. Bij de attributie van bestuursbevoegdheden kunnen de bevoegdheden ook worden toegekend door lagere overheden. 


Wanneer is er sprake van delegatie? 

Bij delegatie wordt een reeds bestaande bevoegdheid overgedragen door een bestuursorgaan aan een ander die deze bevoegdheid gaat uitoefenen. Delegatie mag niet aan ondergeschikten.


Wanneer is er sprake van een mandaat?
Bij een mandaat wordt een bevoegdheid gegeven om in naam van een ander bestuursorgaan besluiten te nemen. Het is dus geen zelfstandige bevoegdheid. De mandaatgever blijft bevoegd en kan nog steeds specifieke aanwijzingen geven aan de mandaatnemer. 


Wie zijn Belanghebbenden?
Het is alleen mogelijk om als belanghebbende op te komen tegen een besluit van een bestuursorgaan. Op het moment dat je de gedresseerd bent bij een besluit ben je automatisch een belanghebbende. Verder kun je ook volstaan als belanghebbende wanneer er is voldaan aan de opera-criteria:


Objectief: Het belang mag niet alleen maar in de subjectieve belevingswereld van een persoon bestaan. Emotionele en gevoelsmatige belangen komen dus niet in aanmerking. 


Persoonlijk: Een belanghebbende moet erin slagen aan te tonen dat zijn belang zich voldoende onderscheidt van anderen.


Eigen: je kunt alleen opkomen voor je eigen belangen en niet voor een ander, tenzij je daarvoor een machtiging hebt ontvangen.


Rechtstreeks: je belang mag niet afgeleid zijn. Bij een afgeleid belang wordt je niet direct geraakt door een besluit, maar indirect. 


Actueel: Het belang die je hebt moet niet een toekomstige aangelegenheid zijn.


Wanneer kan je als organisatie als belanghebbende worden beschouwd?
Ook bij organisaties moet er worden getoetst aan het rechtstreekse en actuele belang. Er wordt verondersteld dat een rechtspersoon voldoen aan de andere eisen. Verder moet de rechtspersoon specifieke statutaire doelstellingen hebben en deze mogen niet te ruim omschreven zijn, en moet territoriaal en functioneel zijn. Verder moeten de feitelijke werkzaamheden meer zijn dan het louter in rechte opkomen tegen besluiten. 


Wat is een besluit?

Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Aan de schriftelijkheidseis is voldaan indien als het genomen besluit kenbaar is uit een schriftelijk stuk. Denk hierbij aan een brief, verslag, of zelfs een stempel. 


Wat is een beschikking?
Een beschikking is een besluit gericht naar een persoon/gesloten doelgroep of zaak. Bij een zaaksgerichte beschikking betreft het een besluit die de juridische status van een zaak veranderd. 


Wat is een besluit van algemene strekking?

een beslissing die niet is gericht op een individu of een concreet geval, maar gevolgen heeft voor een groep gevallen. Beleidsregels algemeen verbindende voorschriften en concretiserende besluiten van algemene strekking vallen hieronder.



Overige gevallen die vallen onder een besluit.

  • De afwijzing van een aanvraag van een belanghebbende 
  • Het weigeren een besluit te nemen
  • Het niet rijden nemen van een besluit 
  • Een waarschuwing wanneer de waarschuwing telt als voorwaarde voor een later volgende belastend besluit. 
  • Een bestuurlijk rechtsoordeel 


Wat is een beleidsregel?

Een beleidsregel is een bij besluit vastgestelde algemene regel. Niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vastelling van feiten of de uitleg van wettelijk voorschriften 


Wat is een concretiserend besluit van algemene strekking?
Een concretiserend besluit van algemene strekking concretiseert een algemene norm. Voorbeelden daarvan zijn: gebiedsaanwijzingen of vaststellingen van geluidszones. 


Moet de overheid zich houden een publiekrechtelijke beginselen wanneer ze privaatrechtelijke handelingen verrichten?

In een jurisprudentiële uitspraak is bepaald dat bestuursorganen bij privaatrechtelijke handeling, zich nog steeds moeten houden aan publiekrechtelijke beginselen. Er mag geen onaanvaardbare doorkruising plaatsvinden